Wonen in Amsterdam haast onbetaalbaar

Recentelijk is het tweejaarlijkse rapport over  de ontwikkelingen op de Amsterdamse woningmarkt gepubliceerd.
Hoewel de gemeente zich ingespannen heeft om meer middeldure koop- en huurwoningen (huur 710 – 1000 euro per maand) te bouwen, is het percentage van dergelijke woningen op basis van de totale woningvoorraad in de stad teruggelopen van 17,4 naar 15,6 procent. Het percentage sociale huurwoningen (huur < 710 euro per maand) in de stad is nog veel harder gedaald. Daarentegen is het percentage van de zeer dure koop- en huurwoningen (ruim boven de 1000 euro per maand) gestegen van 21 naar 29 procent. Een belangrijke reden voor deze laatste toename is het onder minister Blok gewijzigde huurpuntenstelsel waarin de WOZ-waarde van de woning voor een aanzienlijk deel meetelt. Hierdoor kunnen sociale huurwoningen worden geliberaliseerd (huur >710 euro netto per maand), waardoor ze op de vrije markt tegen forse bedragen mogen worden verhuurd. Vooral private verhuurders maken hier op grote schaal gebruik van.

De gemeente probeert grip op deze ontwikkeling te krijgen. Met de woningcorporaties heeft wethouder Ivens afgesproken dat zij jaarlijks om en nabij de duizend woningen mogen verhuren in het middensegment (710 – 1000 euro) aan huishoudens met een middeninkomen.
Bovendien krijgen beleggers, die nieuwe huurwoningen willen bouwen, in de erfpachtvoorwaarden opgelegd dat zij de huren vijfentwintig jaar lang moeten matigen.