Geschiedenis van het dok

Het Entrepotdok op het Kadijkseiland heeft een bijzondere geschiedenis. De 84 monumentale pakhuizen, het Oud-Entrepotdok geheten, zijn tussen 1708 en 1829 in fasen gebouwd. Zij dienden als op- en overslagruimte van goederen. Het Entrepotdok was door een muur afgesloten en alleen via het water of het poortgebouw te bereiken. Het poortgebouw op het Kadijksplein werd in 1830 gebouwd naar ontwerp van stads­architect Jan de Greef (1784-1835). Het bouwjaar staat in Romeinse cijfers in het fronton, aan beide zijden geflankeerd door de staf van Mercurius, god van de handel. Na het passeren van de poort komt men bij een in­mid­dels dicht­gezette galerij, waarachter de administratieve ruim­ten lagen. Het L-vormige poortgebouw werd bewaakt door helle­baar­diers en be­vatte ook de woningen van de directeur en een hoofdambte­naar. De hellebaardiers hadden hun onderkomen aan het water.

De Greef heeft ook de pakhuizen met de huisnummers 52 tot en met 78 ontworpen, welke in 1828/29 zijn gebouwd. Hij heeft hierbij een hele rij pak­huizen als ensemble ontworpen, waarbij drie pakhuizen te­za­men een eenheid vormen. De huisnummers 30 tot en met 35 zijn uit de zelfde periode en naar ontwerp van G. Moele jr. In 1885 zijn de eerste dertien pakhuizen ingestort. Hiervoor in de plaats zijn lage ma­gazijnen gebouwd. De pakhuizen hebben een gemiddelde breedte van 5 meter en een hoogte van 15 meter. De diepte vari­eert tussen de 30 meter voor de eerste achtendertig  en 40 meter vanaf nummer 52.

Rond 1970 ontstonden de eerste ideeën om deze voormalige pakhuizen – die toen nog uitsluitend dienden als opslagruimte – om te bouwen tot woningen. Sommige panden waren weliswaar aangetast door brand of qua onderhoud erg verwaarloosd, maar fundament en casco bleken na technisch onderzoek degelijk genoeg om woningen in te plannen. Het bewoonbaar maken van voormalige pakhuizen en industriële gebouwen raakte in deze periode in de mode. Onder meer de Londense Dockyards dienden als voorbeeld.
Gemeentelijke plannen voor het herstel van de pakhuisfunctie en plannen voor (premie) koopwoningen van € 99.830 per stuk strandden op financiële gronden. Het idee van het toenmalige (bewoners) Kadijkencomité om sociale woningbouw te realiseren, nam het Amsterdamse gemeentebestuur in overweging.
Het trio architect Joop van Stigt, woningbouwvereniging De Dageraad en PvdA-wethouder huisvesting Jan Schaefer – socialisten in hart en nieren – zag kans dit plan te realiseren. Het project omvatte twee fasen:
Fase 1 (delen D en C) omvatte 169 woningwetwoningen, 4 groepswooneenheden en atelierwoningen, 10.000 m2 bedrijfsruimte en 130 overdekte parkeerplaatsen.
Fase 2 (delen B en A) bevatte 214 woningen en ‘centraalwonen’ ruimten voor circa 20 personen in drie groepen, en ca. 4.800 m2 bedrijfsruimte.

Uitgangspunt was zoveel mogelijk het bestaande volume te benutten – met een gerieflijk overmaat vergeleken bij de gangbare sociale woningen – en om karakteristieken zoveel mogelijk te gebruiken en te versterken. De onderste lagen werden bestemd voor bedrijfsunits, bergingen en parkeerplaatsen. Daarboven werd gesloopt om hoven te creëren die ontsluiting gaven en tevens licht in de woningen. Ook zouden deze hoven als  (groene) pleinen functioneren en de sociale cohesie bevorderen.
In de periode 1982-1984 werden de woningen gefaseerd opgeleverd. Het slagen van het project onderschreef de socialistische visie van Jan Schaefer. De technische en organisatorische deskundigheid van Bureau Van Stigt (behalve Joop ook diens zoon André) vormde het fundament onder dit nieuw-in-oudbouw project. Bovendien hebben ook de bewoners de nodige inspraak gehad.

Bureau Van Stigt ontving de Europa Nostra prijs – voor sociale huurwoningen in een monument. Het bouwteam ontving de eerste Nationale Renovatieprijs.
De gegevens zijn mede ontleend aan: http://www.burovanstigt.nl en Lo Witte lopuck@hetnet.nl