Door de verkoop van corporatiewoningen in het Centrum, voelen steeds meer Amsterdammers zich vervreemd van hun eigen stad, schrijft Lotte Terwel.
1 6 november 2022, 03:00
Het Aalmoezeniersweeshuis aan de Prinsengracht is al jarenlang in verbouwing tot vijfsterrenhotel. Waar vroeger de allerarmsten woonden, slapen straks de allerrijksten. Het Waalse Weeshuis, later Maison Descartes, is door de Franse Staat aan een projectontwikkelaar verkocht die er kantoren maakt. Op Oostenburg wordt komende jaren nieuwbouw opgeleverd, vooral voor mensen met veel geld, want slechts 20 procent wordt sociale huur en 6 procent middenhuur.
De gemeente heeft dit toegestaan in een financieel ‘andere tijd’ en was geen eigenaar van de grond. Woningbouwcorporaties denken als eerste aan de verkoop van sociale huurwoningen in Centrum omdat die het meeste opleveren.
En zo kan ik nog wel even doorgaan. De optelsom is dat de ziel van de stad onder druk staat. Dat bewoners van het Centrum zich vervreemd voelen in hun eigen stadsdeel en dat Amsterdammers de binnenstad mijden.
Ook daarom kom ik op voor het behoud van 140 sociale huurwoningen aan het Entrepotdok. Het is een groot goed dat we, ook in de binnenstad, nog complexen en buurten hebben waar mensen uit verschillende inkomensgroepen samenwonen. Met gemengde basisscholen en sportverenigingen.
Samen met de bewonerscommissie, de stadsdeelcommissie van stadsdeel Centrum, wethouder Zita Pels en de gemeenteraad maak ik me sterk voor de ongedeelde stad.
De Amsterdamse Aanpak Volkshuisvesting, waar veel bewoners en professionals de afgelopen weken over hebben meegedacht, staat aan de basis voor nieuwe samenwerkingsafspraken met de corporaties. En wat mij betreft betekent dat: niks meer verkopen in gebieden waar al veel te veel aan de markt is overgelaten. Eenmaal verkocht, krijg je het nooit meer terug.
Lotte Terwel, stadsdeelbestuurder Centrum (Volkshuisvesting)